Met de opening van het wasberenverblijf is de eerste fase van het
nieuwbouwproject van GaiaZOO gereed. Tien wasberen dartelen vrolijk rond
in hun buitenverblijf. In de toekomst worden aan dit verblijf nog
stinkdieren toegevoegd. Beide zwart-witte roofdieren komen van oorsprong
uit Noord-Amerika en leiden sinds enkele decennia een verborgen bestaan
in de Nederlandse natuur. In de nieuwe grote Oehoevolière vliegen
tevens de eerste inheemse dieren rond: de zwarte ooievaar, de raaf en de
oehoe. In een recent verleden werden deze drie vleesetende vogels door
de mens uit Nederland verdreven.
Aan de andere kant van het bouwgebied wordt op dit moment nog hard gewerkt aan de realisatie van de WolvenVallei, de ‘VouteVolière’ en het ParkietenParadijs.
Aan de andere kant van het bouwgebied wordt op dit moment nog hard gewerkt aan de realisatie van de WolvenVallei, de ‘VouteVolière’ en het ParkietenParadijs.
Foto: Hans Janssen |
Zwart-witte dieren
Het stinkdier en de wasbeer werden begin vorige eeuw vanuit Noord-Amerika naar Europa gehaald. De één vanwege zijn mooie zwart-wit gestreepte vacht. De ander om voor het plezier op te jagen. Vanuit bontkwekerijen ontsnapte in de loop van de tijd echter wel eens een stinkdier en die bleek in de Nederlandse natuur te kunnen overleven. Momenteel leven er zo’n 30 stinkdieren in het noorden van ons land. Een deel van de wasberen die losgelaten werden voor de jacht, verspreidde zich op natuurlijke wijze vanuit Duitsland naar Nederland. Nu leven er enkele tientallen in ons land.
De wasbeer en het stinkdier zijn dan ook twee ‘vreemde vogels’ (of exoten) in de Nederlandse natuur. Beide roofdieren eten eigenlijk alles wat ze te pakken kunnen krijgen; waaronder eieren en jongen van vogels. Daarom kan hun aanwezigheid grote gevolgen hebben voor de Nederlandse vogels.
Terug in Nederland
Naast de twee ‘vreemde vogels’ in de Nederlandse natuur, wil GaiaZOO ook graag laten zien welke invloed de mens in de vorige eeuw heeft gehad op minder populaire dieren als de oehoe en de raaf. Deze grootste uil en kraaiachtige ter wereld zijn verdwenen omdat mensen hen vergiftigden en verjaagden. Ze vonden het namelijk niet leuk dat deze vleesetende vogels mogelijk op (jong) vee aasden. Door de inzet van verschillende gepassioneerde mensen en natuurorganisaties zijn beide soorten gelukkig weer vaste bewoners van Nederland geworden. De oehoe breidt zijn leefgebied zelfs uit vanuit Zuid-Limburg naar Brabant en de raaf verspreidt zich vanaf de Veluwe naar omringende gebieden.
Ook de zwarte ooievaar zet de laatste jaren weer steeds vaker voet op Nederlandse bodem. Vroeger landde deze neef van de witte ooievaar tijdens zijn trektocht tussen winter- en zomergebieden vaak in de waterrijke gebieden van Nederland om bij te tanken en uit te rusten.
Het stinkdier en de wasbeer werden begin vorige eeuw vanuit Noord-Amerika naar Europa gehaald. De één vanwege zijn mooie zwart-wit gestreepte vacht. De ander om voor het plezier op te jagen. Vanuit bontkwekerijen ontsnapte in de loop van de tijd echter wel eens een stinkdier en die bleek in de Nederlandse natuur te kunnen overleven. Momenteel leven er zo’n 30 stinkdieren in het noorden van ons land. Een deel van de wasberen die losgelaten werden voor de jacht, verspreidde zich op natuurlijke wijze vanuit Duitsland naar Nederland. Nu leven er enkele tientallen in ons land.
De wasbeer en het stinkdier zijn dan ook twee ‘vreemde vogels’ (of exoten) in de Nederlandse natuur. Beide roofdieren eten eigenlijk alles wat ze te pakken kunnen krijgen; waaronder eieren en jongen van vogels. Daarom kan hun aanwezigheid grote gevolgen hebben voor de Nederlandse vogels.
Terug in Nederland
Naast de twee ‘vreemde vogels’ in de Nederlandse natuur, wil GaiaZOO ook graag laten zien welke invloed de mens in de vorige eeuw heeft gehad op minder populaire dieren als de oehoe en de raaf. Deze grootste uil en kraaiachtige ter wereld zijn verdwenen omdat mensen hen vergiftigden en verjaagden. Ze vonden het namelijk niet leuk dat deze vleesetende vogels mogelijk op (jong) vee aasden. Door de inzet van verschillende gepassioneerde mensen en natuurorganisaties zijn beide soorten gelukkig weer vaste bewoners van Nederland geworden. De oehoe breidt zijn leefgebied zelfs uit vanuit Zuid-Limburg naar Brabant en de raaf verspreidt zich vanaf de Veluwe naar omringende gebieden.
Ook de zwarte ooievaar zet de laatste jaren weer steeds vaker voet op Nederlandse bodem. Vroeger landde deze neef van de witte ooievaar tijdens zijn trektocht tussen winter- en zomergebieden vaak in de waterrijke gebieden van Nederland om bij te tanken en uit te rusten.
Foto: Hans Janssen |
NM
30 april 2014